Verleden week woensdag besprak de Raad de jaarrekening van 2008. Die was geproduceerd, de accountant had los van wat opmerkingen het stuk goedgekeurd en de vreugde bij het college was groot, zoals ook bij de collegepartijen. De voldoening, of moet ik zeggen opluchting, was inderdaad heel groot. Het was weer gelukt om zonder kleerscheuren aan de wettelijke verplichtingen te voldoen. Dat is op zich iets om waardering voor te hebben. De dames en heren hebben netjes binnen de lijntjes gekleurd van de wettelijke verplichtingen. Ondergetekende zei dat ook in de Raad en wethouder Lubbinge haastte zich om die woorden over te nemen.Wat de wethouder niet begreep is het feit dat voor mij binnen de lijntjes kleuren niet direct een groot compliment is. Fouten maken en dus buiten de lijntjes komen, geeft iets aan van een zekere dynamiek. Die zie ik niet in dit jaarverslag. Ook ben ik niet vol van de regelgeving die niets anders doet dan de cijfers op de juiste plek te laten zetten en de rechtmatigheid van het doen en laten van de organisatie te laten controleren door de accountants. Die overigens niet alles controleert en vaak ook niet verder komt dan een momentopname. Ik denk daarentegen nog steeds dat het jaarverslag moet laten zien wat er uitgevoerd is ten opzichte van wat er gepland was en hoe de kosten zich verhouden tot de begroting. Dat is nu juist waaraan het ontbreekt.De gemeente werkt met een primitieve begroting die vervolgens in de loop van het jaar aangepast wordt via een aangepaste raming of definitieve begroting. Al doende komen de uitkomsten redelijk in buurt van de werkelijke uitgaven. Op zich wat merkwaardig. Vooral wanneer, zoals hier het geval is, het in de breedte wordt toegepast. Wanneer het namelijk af en toe gebeurt, is er sprake van een vergissing of sterk veranderende omstandigheden. Wanneer het in de breedte noodzakelijk blijkt, toont het aan dat de gemeente operationeel haar zaken voor een deel niet op orde heeft.Het ‘waarom’ van die situatie en ‘wat gaat er aan gedaan worden?’ zijn typische onderwerpen voor een raadsvergadering over de jaarrekening. Maar, zoals het hoe en waarom van de huidige reorganisatie in de top van de ambtelijke organisatie de raad niet schijnt te interesseren, zo wenst men ook geen aandacht te schenken aan het gebrek aan inzicht dat de jaarrekening veroorzaakt. Het feit dat dit in een ‘Een oogopslag’ bijlage precies zo wordt neergezet, schijnt ook niemand te deren. Wat geven we nu uit aan zorg, aan sport, aan sociaal werk, aan veiligheid en noemt u het maar op? Waar komen die extra uitgaven van € 1.8 miljoen voor de binnenstad vandaan? Het staat ongetwijfeld ergens of is na veel gezoek terug te vinden. Maar het voldoet niet aan de normale eisen van open communicatie.Dat is jammer. Het ziet er namelijk naar uit dat we de komende jaren de broekriem stevig aan moeten halen. Dat betekent dat we moeten weten waar we dat geld vandaan moeten halen en dat betekent weer dat we moeten weten wat we er nu aan uitgeven. Zolang dat voor het gemiddelde raadlid in de wirwar van cijfers en bijlagen verborgen blijft, is gefundeerd discussiëren over kosten en mogelijke bezuinigingen onmogelijk en overheerst de wethouder in de raadsvergadering als vanouds.Het is een teken aan de wand dat de grote partijen en een paar meelopers in de raad dat niet willen erkennen. Waarschijnlijk is het voor hen te risicovol om in het openbaar met de cijfers in aanraking te komen en zodoende later te moeten kiezen waar ze nu echt hun geld wel of niet aan uit willen geven. Dat heet politiek, geloof ik. Maar het is struisvogelpolitiek.